
DE REALISTISCHE FASE
De realistische fase: 7 tot 12 jaar Als de kinderen rond de 7 jaar oud zijn proberen ze een realistische tekening te maken, ze willen de wereld beter in een tekening vast leggen. Ze zijn in deze fase erg kritisch naar zichzelf toe waar door er vaak een hele duidelijk tekening gemaakt wordt met veel details.
Tekenmoe Als het kind een jaar of 8 is word, kan het 'tekenmoe' worden. Dit betekent dat een kind kritisch naar een tekening kijkt en het sneller niet goed vind als de tekening niet helemaal klopt. Het kind wil graag geholpen worden om het een zo realistisch mogelijke tekening te laten worden.
Coulisse-effect Rond het 9e levensjaar van het kind is de oogzenuw zo ver ontwikkeld dat het kind steeds meer diepte gaat zien. Het coulisse-effect is dat kinderen leren ergens voor of achter langs te tekenen, dit leren ze in deze fase.

Perspectief Ook ontwikkeld het kind rond het 9e jaar het perspectief in een tekening. Nadat het kind dit ontwikkeld heeft weten ze dat wat vooraan staat ze helemaal zien en wat achteraan staat kleiner of maar een klein gedeelte. Dit is een heel ingewikkeld deel van tekenen.
Abstract denken Het kind wil graag alles heel goed in details en precies uitwerken. Ze gaan tekenen met passer en liniaal. Geometrische vormen worden weer opeens heel intressant (cirkels, vierkanten, driehoeken etc.) maar dan wel met heel veel precisie. De mensen en dieren die ze tekenen nemen allemaal verschillende houdingen aan en worden verschillend afgebeeld in de realistische fase. Soms komt er bij de kinderen een probleem, want hoe krijgen ze toch al die details op papier? Je kunt ze hierbij helpen door een voorbeeld te geven wat ze na moeten tekenen zodat ze een houvast hebben.